Schaakvereniging S.V. de Pion
|
Internet schaakhoekje (zondag 18 oktober 1998) Door René van den Broek Het lastige van het vooruitschrijven van een stukje als dit is dat de inhoud kan worden achterhaald door de werkelijkheid. Toen ik het stuk van vorige week schreef ging het bij de Olympiade slecht met de Nederlandse heren. In de dagen erna ging het echter beduidend beter. Door grote overwinningen op de sterke teams van Israël (3 - 1) en Bulgarije (3,5 - 0,5) was het Nederlands team aan het eind van de dag van publicatie van mijn stuk zelfs nog op een (gedeelde) derde plaats terecht gekomen. Omdat de laatste ronde op maandag 12 oktober was, besloot ik toch nog maar tot dan te wachten met het schrijven van een eventueel vervolg. En jammer genoeg was dat terecht. In de laatste ronde verloor Nederland met 0,5 - 3,5 van het team van Rusland. Rusland werd daardoor winnaar van deze Olympiade. De spelers van het team van de Verenigde staten kwamen in hun laatste ronde niet verder dan een 2 - 2 tegen China en werden daardoor tweede. Omdat ik een paar dagen geleden tegen een aardig oud verhaal aanliep had ik eigenlijk mijn onderwerp voor het artikel van deze zondag al in mijn hoofd. De goede resultaten tot de laatste ronde van het herenteam brachten mij weer aan het twijfelen. Toen ik echter de partij van Jan Timman uit de laatste ronde zag paste alles weer precies in elkaar. Dit is de stelling van Peter Svidler met wit tegen Jan Timman. Zwart moet door zijn sterke vrijpion op c3 toch remise kunnen houden. Wit probeert het de loper lastig te maken en zodoende wat tempi te winnen. En na 48. ... Lg6 49. Tc8 Ld3 50. Tc6 gebeurde het ongelooflijke. Jan Timman, die vrijwel de hele Olympiade prima presteerde op het eerste bord, speelde hier 50. ... Lg6. Waarschijnlijk gaf hij direct op omdat hij toen ook wel zag dat hij een vol stuk weggaf. De witte toren staat immers niet meer op c5 (zoals in de diagramstelling) maar op c6. Timman moet gedacht hebben dat zijn tegenstander de toren gewoon aan het heen en weer zetten was. In zijn hoofd stond de toren dus weer op c5. En deze gedachte past prima bij het artikel dat ik afgelopen weekend in een oud nummer van het Amerikaans tijdschrift "Inside Chess" las (met dank dus aan IM John Watson, schrijver van dit artikel). Het artikel ging over een toernooi, "The World Open", dat in juli 1993 werd gehouden in Philadelphia. Tijdens dit toernooi gebeurden er bij een redelijk onbekende amateurschaker soms hele vreemde dingen. Zo speelde de man (in het artikel "John von Neumann" genoemd) in de tweede ronde een remise tegen de grootmeester Helgi Olafsson. Maar het vreemde was wel dat "Von Neumann" ook bij een voor de hand liggende zet een paar minuten bedenktijd nodig had. Zo verloor "Von Neumann" in de derde ronde bij de 27e zet in een gelijke stelling op tijd! Hij leek niet in staat om zijn speltempo te versnellen als het er op aankwam. Altijd had hij weer een paar minuten nodig voor een zet. En soms zat hij gedurende die periode alleen maar naar het plafond te staren. In de vierde ronde begon het verdacht te worden. Na de zetten ("Von Neumann" met wit) 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. e5?? Pge7 5. Le2 (na erg lang nadenken) 5. ... Pf5 6. 0-0 Le7 7. Pbd2 0-0 8. Pb3 d6 9. exd6 Dxd6 verloor hij op tijd! Zoals Watson in zijn artikel aangeeft: let op de vreemde opening, als zwarts tweede zet 2. ... Pf6 was geweest dan was wits 4. e5 logisch geweest. Aldus begonnen sommige andere spelers onraad te ruiken. Het vermoeden begon te ontstaan dat de zetten middels wat electronica werden ingefluisterd door iemand van buiten de speelzaal (met een computer). En bij de verzending ging er blijkbaar wel eens iets mis In de vijfde ronde werd het nog duidelijker.
"Von Neumann", met zwart, speelde hier het onzinnige ... Lf5, waarna wit met Pxf5 gewoon een stuk won. Wat was er misgegaan? "Von Neumann" had ontvangen dat hij ... Lf5 moest spelen. Dat moest natuurlijk gewoon ... f5 zijn. De hulp van buitenaf, met een computerprogramma ingesteld op een bepaalde bedenktijd per zet, zou ook verklaren waarom "Von Neumann" voor elke zet, hoe simpel ook toch een paar minuten nodig had. In ronde zeven ging er weer iets mis. Na 1. Pf3 d5 2. c4 e5?? 3. Pxe5 had zwart gewoon een pion verloren en speelde hij verder alsof er niets aan de hand was. De voor de hand liggende verklaring achteraf is dat "Von Neumann" met zwart de zet 2. ... e5 ontving terwijl de computer en de bediener er van uitgingen dat ze 2. ... e6 hadden doorgegeven. Het hoogtepunt kwam in de achtste ronde. Na de zetten 1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 Lb4 6. e5 Pd5 7. Ld2 Pxc3 stond de volgende stelling op het bord. Waarschijnlijk werd hier de zet 8. bxc3 naar "Von Neumann" gezonden. Hij speelde echter 8. Lxc3. En na het vervolg 8. ... Lxc3 duurde het veertig minuten voordat "Von Neumann" zijn zet 9. bxc3 speelde. Wit heeft maar drie officiële zetten en natuurlijk alleen deze zet geeft geen stuk weg. Maar ja, het computerprogramma had natuurlijk een andere stelling voor zich (met 8. bxc3). En in die stelling geeft 8. ... Lxc3 gewoon een stuk weg omdat je de loper er dan met 9. Lxc3 af slaat. Maar de onwetende "Von Neumann" ontving dus de zet 9. Lxc3 terwijl zijn loper daar al stond. De bediener van het programma had dus meer dan een half uur nodig om achter het misverstand te komen, even de speelzaal binnen te wippen en vervolgens de draad weer op te pakken. "Von Neumann" won zelfs nog. Mede door het speurwerk van andere schakers kreeg "Von Neumann" overigens zijn geldprijs aan het eind van het toernooi niet uitgereikt wegens het vermoeden van fraude. Gerechtigheid. Een aardig verhaal. En voor alle duidelijkheid: het is niet mijn bedoeling om Jan Timman met een fraudeur te vergelijken. Het ging over de gedachtenkronkel naar aanleiding van zijn laatste zet van de Olympiade. Overigens wordt de TV-cursus voor gevorderden met Timman als presentator herhaald op de zondag (11.00 uur 's morgens). Een aanrader. Kijken dus. Nog een prettige zondag. |
Copyright 1999 S.V de Pion These pages are best viewed at 800x600 or more |